Trends bij de gemeente als opdrachtgever voor de Wmo

Wmo 2016 de inkoop en contractiering zijn volop in beweging.

Bij iedere lezing of workshop die ik geef over de inkoop door gemeenten, wil iedereen steeds  weten wat de huidige trends zijn in de contractering voor de Wmo 2016.

Dit onderwerp is ook voor mij steeds weer interessant. Want  daaruit blijkt dat dit item ook leeft onder de deelnemers. Zo krijg ik steeds nieuwe input voor vraagstukken die in heel Nederland spelen. Die informatie wil ik hier ook graag met jullie delen.

De belangrijkste uitgangspunten/trends van gemeenten bij de inkoop Wmo 2016 zijn:

• Gemeenten benutten vaak de optie om het contract van de Wmo 2015 met een jaar te verlengen.
• Bestuurlijk contracteren (i.p.v. aanbesteden) is steeds vaker de manier waarop gemeenten inkopen.
• De innovatie krijgt vorm in pilots.Van een overstijgende aanpak en visie in het sociale en zorgdomein is nog nauwelijks sprake. De uitzonderingen daargelaten.
• Als opmaat naar gebiedsgerichte aanpak wonen, welzijn en zorg zijn gemeenten en hun partners op zoek naar de balans tussen keuzevrijheid van aanbieder en integrale aanpak in de wijken. Voor 2016 resulteert dit in inkoopbeleid waarin wordt gestuurd op minder aanbieders. Werken met soms wel 150 aanbieders wordt gezien en ervaren als een enorme belemmering. Zo lukt het niet om de wijkgerichte aanpak vorm te geven. Het aantal aanbieders verkleinen wordt gezien als een goede stap. Ook de zorgverzekeraars spannen zich in om het aantal aanbieders voor verzorging en verpleging te verminderen.
• De gemeenten vragen om en eisen meer samenwerking tussen organisaties, vrijwilligers en bewoners in de wijken, bij voorkeur geformaliseerd en vastgelegd in samenwerkingsafspraken.
• Het accent ligt op het verlagen van de indicatiezwaarte en op bezuinigen op het tarief.   Er is weinig aandacht voor op innovatie. Kanteling naar meer collectieve diensten, civil society en inzet van vrijwilligers blijven uit.

Geen innovatie, maar:

• blijvende druk op de tarieven. De begeleiding wordt per uur voor een vaste prijs afgesproken.
• veel  herindicatietrajecten die nogal eens telefonisch worden uitgevoerd. Terwijl de persoonlijke intake thuis juist de kracht van de Wmo moet zijn. Het begin van de zogenaamde netwerk aanpak.
• besparingen in het budget, worden nog niet in de innovatie geïnvesteerd. Een belangrijke oorzaak hiervan is dat de wijkteams in de opstartfase zitten.  Te weinig toekomen aan daadwerkelijke dienstverlening aan burgers en wel een deel van het budget nodig hebben. Budget dat uit de bezuinigingen op de begeleiding vrijkomt.  (Over wijkteams verschijnt binnenkort een blog van mijn hand).

Wmo 2016: Werk aan de winkel…

Wat opvalt is dat veel aanbieders zich totaal overgeleverd voelen aan de gemeenten. Feit is dat de gemeenten net zo goed zoekend zijn en graag feedback en input willen hebben van hun partners (de zorg- en welzijnsaanbieders).

Dit betekent voor de zorg en welzijnsorganisaties dat er werk aan de winkel is. Invloed uitoefenen op het inkoopbeleid vraagt om een concrete visie op uitvoering van de Wmo. Dit vraagt om de juiste vaardigheden, commitment en prioriteit van alle betrokkenen. En last but not least, een planmatige aanpak vanuit de organisatie als geheel.

Meer inzicht in het bestuurlijk aanbestedingsproces? Bestel dan nu onze hand-out: Snel overzicht op aanbesteden in dialoog →

Een sessie over het organiseren van jullie visie, invloed en aanpak? Vraag meer informatie aan →

Samen met collega’s naar de training: ‘Invloed uitoefenen op het inkoopbeleid van gemeenten’? Meer informatie →

Doorpraten over de mogelijkheden die er zijn om aanpak en competenties in de eigen organisatie te versterken, of Astrid Buis boeken als spreker? Neem contact op: en/of 06 – 516 030 85.